Opdrachten

 

Ode I, 17 (1994) >

Ter gelegenheid van de tentoonstelling 'twee boeren ensembles' van Arnold Schalks, die van 5 november - 31 december 1994 te zien was in galerie Jorge Alyskewycz in Parijs, zette ik het beroemde gedicht Ode I, 17 “Mignonne, allons voir si la rose” van Pierre de Ronsard op muziek. Samen met composities, eveneens op teksten van de Ronsard, van Clément Janequin, Pierre Certon en Hendrik Andriessen werd het op 5 november 1994 uitgevoerd temidden van de installaties van de kunstenaar.

 

[...] Taal, Toon, Tijd (1995)
In samenwerking met de beeldende kunstenaars Arnold Schalks en Andre Dekker werd in de Villa te Rotterdam een project gerealiseerd waarin beeldende kunst, taal en muziek met elkaar in interactie gingen. Iedere kunstenaar had één van de drie etages van de villa tot zijn beschikking en vertoonde daar zijn visie op het geheel vanuit zijn eigen standpunt: Taal, Toon en Tijd. Voor deze gelegenheid schreef ik “Trisvyetoye” voor zes zangers, “Adagio” voor orkest en “Tryptique” voor sopraan, koor en orkest. Alle drie de composities werden gerepeteerd en uitgevoerd temidden van de de kunstwerken tijdens de openingstijden van de Villa. “Trisvyetoye” verklankte drie betekenissen van het woord licht (svyet) en verbond tijdens de uitvoering de drie etage's van de villa. “Adagio” > was onder andere geïnspireerd op de ritmische bewegingen van de kunstwerken van Arnold Schalks en wilde de voortschrijdende tijd een muzikale structuur geven. “Tryptique” tenslotte was een uiting van het algemene streven van de kunstenaar naar een schoonheids ideaal (Charles Baudelaire: “La Beauté”) en een verwijzing naar de vergankelijkheid ervan (Pierre de Ronsard: “Ode I, 17” en zijn grafschrift).
Het composities werden uitgevoerd tussen 1 en 19 april 1995, met medewerking van (o.a.) Renate Germer, Cora Schmeiser, Rannveig Sigurdardottir, Maarten van Gent en Arnold Schalks.

 

Suite voor viool en piano (1996) >
Toen zijn vader afscheid nam van zijn collega's aan de Universiteit van Leiden, waar hij hoogleraar was, gaf Michael van Vlist mij de opdracht tot het schrijven van een compositie die op de afscheidsreceptie gespeeld zou worden. Het werd een suite voor viool en piano, zodat het werk ook later, bij de familie thuis door bevriende musici zou kunnen worden uitgevoerd.
Uit de gesprekken met Michael begreep ik dat zijn vader wel van intelectuele spelletjes hield en zo voelde ik mij vrij mijn fascinatie voor symmetriesche structuren in deze compositie uit te leven. Ieder deel, maar ook de compositie als geheel is in een symmetrische vorm gegoten.
De eerste uitvoering vond plaats op de faculteit Psychologie.
Later voegde ik nog twee delen toe die in een ander kader ontstonden, maar die perfect in dit werk passen.

 

Kerst Kanon (1997) >

Ter gelegenheid van een bijzonder kerstconcert van het Haaglands Gemengd Koor kreeg ik de opdracht tot het schrijven van een driestemmig werk met een kerst thema. Ik was toen heel betrokken bij de Russisch-Orthodoxe kerk en geboeid door de muziek die in Rusland ontstond, voordat Peter de Grote de deuren voor Westerse invloeden wijd open zette. Dit sprak ook het koor wel aan. Vandaar dat ik mij boog over de toonzetting van de Kanon, een verzameling van hymnen, waaruit een belangrijk deel van de orthodoxe kerstnachtdienst bestaat. Ik liet mij, zoals in eerdere werken, inspireren door de oude orthodoxe gezangen en de bijzondere sfeer die er in een russisch-orthodoxe dienst hangt.
Het werk werd voor het eerst uitgevoerd te Den Haag onder leiding van hun toenmalige dirigent Kees van der Linden.

 

Paas Kanon (1999) >
Met het schrijven van de Kerst Kanon was mijn inspiratie voor dit genre nog niet uitgeput. Op verzoek van het koor van de stichting Kunst & Complex te Rotterdam, waar ik toen zelf dirigent van was, schreef ik een tweede Kanon op Russisch-Orthodoxe tekst, ditmaal voor de Paas nachtdienst. We hebben het werk in het voorjaar van 1999 voor het eerst uitgevoerd.

 

“Dag nacht, dag dag!” (2001 – 2002) >

De spraakkunstenares Mar-Lin Schut vroeg mij in 1999 of ik geïnteresseerd was in het schrijven van muziek die deel uit zou maken van een theaterprogramma waarin zij dansend en bewegend gedichten zou voordragen. Mar-Lin gaf ook opdracht aan verschillende dichters om voor dit programma gedichten te schrijven. Na wat oriënterende gesprekken raakte ik enthousiast voor haar ideeën. Zo begon onze eerste samenwerking in een project dat resulteerde in een voorstelling waar gedichten, beweging en muziek de cyclus van dag en nacht uitbeeldden. Passend in het streven tot een intiem samenweven van de verschillende kunstzinnige discipline's maakten de musici, Vladimir Mendelssohn (altviool) en Anna Landa (akkordeon) deel uit van het toneelbeeld.
Na de première in de Haagsche openbare bibliotheek werd het programma in verschillende toneelzalen in Nederland uitgevoerd.

 

“Toen kuste ik zijn rozen stuk” (2004 – 2005) >
Na de eerste succesvolle samenwerking in “Dag nacht, dag dag!” maakten Mar-Lin Schut en ik een tweede project, dit maal rond het thema “uit eigen beweging”, zowel innerlijk als uiterlijk. Opnieuw werden verschillende dichters uitgenodigd om voor Mar-Lin te schrijven. De muziek is nu voor altviool (Vladimir Mendelssohn) en slagwerk / percussie (Sven Kiefer). Nog meer dan bij het eerste programma worden gedichten en muziek gecombineerd tot één geheel. Waren er bij het eerste programma nog enkele bewerkingen, nu is alle muziek door mij speciaal voor dit programma geschreven.
De première was op 1 april 2004 in het Korzotheater te Den Haag. Verdere voorstellingen door het hele land vinden nog plaats.

 

“Maannacht” (2004) >
In opdracht van het Ensemble Contours onder leiding van Stephan Pas schreef ik de compositie “Maannacht” op het gelijknamige gedicht van de Nederlandse dichter Hendrik Marsman. Hiermee voleindigde ik een lange zoektocht naar de toonzetting van dit geheimzinnige gedicht waarin de dichter de omstandigheden van zijn sterven met grote nauwkeurigheid omschrijft.
Het werk werd voor het eerst uitgevoerd op in de Soefi tempel in Katwijk aan Zee, waarbij de sopraansolo gezongen werd door Karin van Arkel.

 

Bewerking “Zes dansen in Bulgaarse stijl” uit “Mikrokosmos” van Béla Bártok >

Op verzoek van Stephan Pas bewerkte ik voor zijn ensemble het laatste deel uit de “Microcosmos” van Béla Bártok, het werk dat hij schreef als piano leergang, maar dat veel meer is dan dat.

 

“Go butterfly, go!” (2004 – 2006)

Sinds 2004 werk ik samen met de succesvolle realisator van natuurfilms Josephine Hamming aan haar nieuwste film over de fascinerende trek van vlinders, van het hoge Noorden naar Noord-Afrika en weer terug. Zij is al jaren bezig met het filmen van deze bijzondere dieren. Mijn aandeel is om muziek te schrijven die het verhaal ondersteunt. Het streven is om deze productie in 2006 te kunnen presenteren.

Trio voor klarinet, cello en piano

Het Trio Cantorum geeft mij een compositieopdracht. Na het schrijven van "La Fête nocturne de Printemps" ben ik steeds gefascineerd gebleven door de combinatie van klarinet en cello. Na het horen van het Trio Cantorum was ik ervan overtuigd dat dit, samen met de piano, een ideale combinatie van instrumenten is waar nog veel te weinig voor geschreven is. Ik ben dan ook heel blij dat ik voor dit ensemble van uitmuntende musici een compositie mag schrijven! Behalve dat ik de klankkleuren die deze combinatie mogelijk maakt uit wil buiten, wil ik dit ook in een bijzondere muzikale vorm gieten waar ik al enige jaren over aan het nadenken ben.
PaginaThumb